Source text in Dutch | Translation by Textpertise (#21568) — Winner |
In de zeventiende eeuw krijgt de term carnaval in Europa de overhand voor feesten die zich kenmerken door vermommingen, ommegangen, de instelling van een spotheerschappij met een eigen hiërarchie en uitbundig eten en drinken. In de middeleeuwen sprak men van de Vastenavondviering, waarin men nog één keer luidruchtig kon feestvieren met veel spijs en drank om vervolgens vanaf Aswoensdag de Rooms-katholieke vastentijd in te gaan als voorbereiding op Pasen. In één van de verklaringen voor het woord carnaval wordt de relatie tussen dit uitbundige feest en de daarop volgende vasten gelegd: carne vale betekent vlees vaarwel. Een andere verklaring voor het woord bestaat uit de veronderstelde afleiding van carrus navalis, een scheepswagen die in de Vastenavondtijd door de straten werd getrokken met aan boord vermomde vierders. Carnaval in Nederland Het carnaval is een feest dat vooral in de provincies Limburg en Noord-Brabant drie dagen lang het dagelijks leven in zijn greep heeft. Carnavalsvierders trekken verkleed door de straten en zoeken elkaar op in kroegen en feestzalen. De feestlocaties zijn versierd met maskers en serpentines en de feestmuziek kent zijn eigen carnavalsrepertoire. Het tijdstip van de viering is afhankelijk van de wisselende datum waarop Pasen jaarlijks gevierd wordt. De zevende zondag voorafgaande aan Paaszondag is carnavalszondag. De vele Prinsen Carnaval nemen op carnavalszaterdag of -zondag voor drie dagen op rituele wijze de macht van de burgerlijke autoriteiten over in dorpen en steden (de machtsoverdracht of sleuteloverdracht) en vieren met hun onderdanen, de carnavalsvierders, de tijdelijke vestiging van hun narrenrijk. Carnavalsvierders verkleden zich in een door hun gewenste uitdossing en nemen in een driedaagse carnavalsroes bezit van de straat en de café’s. Op één van de drie carnavalsdagen trekt de optocht door de straten: de zegetocht van Prins Carnaval. En op carnavalsdinsdag rond middernacht wordt in veel plaatsen in een collectief afsluitingsritueel afscheid genomen van het narrenrijk en zijn Prins. Carnavalsmascottes en symbolen worden dan verbrand, begraven of verdronken. Op Aswoensdag wordt het dagelijkse leven weer opgepakt. | In the seventeenth century, the term carnival prevailed in Europe to designate festivals that are characterised by masquerades, processions, the establishment of a reign of satire complete with its own hierarchy, and abundant food and drink. In the Middle Ages, there was the Shrove Tuesday celebration, where one could still have one last go at boisterous celebration with loads of food and drink and then, from Ash Wednesday onwards, the Roman Catholic Lent made its entry in preparation for Easter. One of the explanations for the word carnival makes the link between this exuberant celebration and the subsequent fasting: carne vale means farewell to meat. Another explanation for the word arises from its supposed derivation from Carrus navalis, a carnival float in the shape of a ship, which was pulled through the streets on Shrove Tuesday with disguised merrymakers on board. Carnival in The Netherlands The Carnival is a festival that grabs hold of daily life for three whole days, especially in the provinces of Limburg and North Brabant. Carnival merrymakers roam masqueraded through the streets and meet up in pubs and banqueting halls. The partying venues are decorated with masks and streamers and the party music has its own carnival repertoire. The time of the celebration depends on the changing date on which Easter is celebrated each year. Carnival Sunday is on the seventh Sunday before Easter Sunday. On Carnival Saturday or Sunday, the many Carnival Princes ritually take over the powers from the civil authorities in towns and cities for three days (the handing over of the keys) and celebrate the temporary establishment of their jesters’ empire along with their subjects, the carnival revellers. Carnival revellers dress up in attire of their choosing and, for a three-day carnival high, take possession of the streets and cafés. On one of the three carnival days, the pageant wends through the streets: the triumphal procession of Prince Carnival. And around midnight on Shrove Tuesday, in many places in a collective closing ritual, leave is taken of the jesters’ realm and its Prince. Carnival mascots and symbols are then burned, buried or drowned. On Ash Wednesday, daily life begins again. |